Kempo in Nederland
Vanuit China en Indonesie is de vechtkunst naar Nederland overgewaaid. De Indonesiers leerden vechtkunst van Chinezen en noemden het Kun-Tao. Kun-Tao raakte beinvloed door de inheemse vechtkunst Pentjak Silat en vice versa. Deze vechtkunsten zijn in de jaren ’50 van de vorige eeuw in Nederland geintroduceerd onder de naam Kempo.
Na het uitroepen van de onafhankelijkheid van de Republiek Indonesia Serikat in 1949 werden de in Indonesie aanwezige Nederlanders en Indische Nederlanders voor de keus gesteld, of naturaliseren tot Indonesier en blijven of terugkeren naar Nederland. De mogelijkheid tot blijven werd vastgelegd in een collectieve overeenkomst, het zogenaamde ‘Warga Negara’ contract (= lid van het land). Omdat hierin wel exact de plichten van de ‘nieuwe Indonesiers’ werden benoemd, maar de rechten van het individu minder duidelijk waren geformuleerd, hebben de meesten gekozen voor ‘repatriatie’ (terugkeer naar het Vaderland). Zo kwam er aan het begin van de jaren ’50 een grote stroom repatrianten vanuit het voormalig Nederlands-Indie naar Nederland op gang. Onder deze thuisvaarders bevonden zich mensen uit alle lagen en sociale klassen der bevolking, zowel ambtenaren, burgers als actief dienende en voormalige (KNIL-)militairen. Een aantal van deze mensen zoals de heren Faullhaber en Meijers bracht hun kennis en vaardigheden in bepaalde vechtkunsten met zich mee zoals Pencak-Silat, KunTao, Kung-Fu en Tai-Chi. In de eerste jaren na hun aankomst in Nederland groeide er onder deze mensen een grote behoefte om hun Indonesische culturele erfgoed en tradities te bewaren en veilig te stellen voor het nageslacht. Zo werden er verenigingen opgericht die zich richtten op allerlei vormen van kunst en cultuur zoals de Indische kookkunst, het batikken, muziek, zang en dans en ook traditionele vechtkunsten.
Carl Faullhaber en Gerard Meijers zijn de leraren van het eerste uur. Zij zijn zonder twijfel de grondleggers van het hedendaagse Kempo in Nederland. In de vroegste periode begonnen als partners ontstond er toch een verschil van inzicht in het beoefenen van een gecombineerde vechtkunst die zij later de naam Kempo hebben meegegeven. De eerste tak onder leiding van Faullhaber wilde meer de traditionele vorm handhaven waarin duidelijke links te zien zijn met de Indonesische oorsprong. Een stijl die via leraren als de gebroeders Bax, dhr. Degener en dhr. Ariese is uitgegroeid tot een andere populaire vorm van Kempo en in Nederland bekendheid geniet onder de naam Yin & Yang Kempo. De tweede tak onder leiding van dhr. Gerard Meijers ambieerde een vermenging met het Japanse Kyokushinkai-Karate. Na de splitsing heeft dhr. Gerard Meijers zijn stijl doorontwikkeld welke in de vechtkunstwereld werd geintroduceerd onder de naam Shaolin Kempo, the fighting art.
De kunst is verder uitontwikkeld en stevig neergezet door Ad Jiskoot en Lucas Kastelijn. Beide hebben de rol van grondlegger overgenomen en het kempo in de oorspronkelijke vorm neergezet.
Ad Jiskoot is helaas aan een tragisch ongeval overleden in februari 2013. Hij was tot dan, de hoogst gegradueerde nog actieve leraar van het eerste uur. Ad bezat de 8e dan.
Een van de nazaten uit deze richting is Ad ten Have (6e Dan), die deze kennis meegenomen heeft in zijn ontwikkeling van het Kempèsi.