Kakka Haji Samad,
ik herinner me nog, eind jaren zeventig begin jaren tachtig, dat we nachten hebben zitten praten, over Pencak, over geloof, over het leven, over zoveel onderwerpen. De uren trainen, filosoferen en het mediteren. Het opnieuw opstarten van Nusahitu Solemata, eerst weer in Ridderkerk en dan in Capelle. Dan wijzigen fasen in het leven en zagen we elkaar minder, maar ik kon altijd bij je terecht voor vragen, voor raad en voor wat filosofisch denkwerk. Ad haalde me terug, een paar jaar geleden, voor jouw reünie. Sindsdien was er weer intensiever contact en daar ben ik blij om. Ik blijf je meedragen met alles wat je me geleerd hebt, alles wat je me meegegeven hebt. Je was een fantastisch leraar in vele opzichten. Dank voor alles wat we meegemaakt hebben en mochten hebben. Ik ben dankbaar dat ik Ad ooit meegenomen heb naar je, zodat je stijl doorleeft en alles wat je ons geleerd hebt, een plaats heeft gekregen. Ik ben dankbaar voor alle momenten, trots dat ik je leerling mocht zijn en bedroefd. Dank
Dik